Albert Beintema groeide op nabij het Naardermeer. Ruim veertig jaar geleden kreeg hij als scholier een vergunning om in dit unieke vogelgebied – het eerste gebied in eigendom van het
latere Natuurmonumenten – naar vogels te kijken. Hij schreef daar verslagen over in dagboekvorm. Vorig jaar bezocht hij het meer opnieuw. In dit boek vergelijkt hij zijn
ervaringen van nu met die van toen, ongeveer halverwege het 100-jarige bestaan van dit natuurmonument, toen otters nog gewoon waren en niemand van Galloway-runderen had
gehoord.
Beintema is als bioloog ruim dertig jaar werkzaam bij Alterra. Hij deed onderzoek naar weidevogels; daarnaast nam hij deel aan twee Zuidpoolexpedities. Zijn bizarre ervaringen met
Braziliaanse en Poolse poolonderzoekers legde hij vast in In de voetsporen van Shackleton(1995). Hij bezocht het meest afgelegen eiland ter wereld en schreef daarover Het
waterhoentje van Tristan da Cunha (1997). Zijn kennis over weidevogels maakte hij voorpubliek toegankelijk in de Ecologische Atlas van de Nederlandse Weidevogels (1995).
2005, Nederlandstalig, 160 pagina’s, hardback met stofomslag, in nieuwstaat, 22 x 17 cm, Fontaine Uitgevers.