Mammoeten, sabeltanden en mensachtigen nemen ons mee op een reis door 65 miljoen jaar, van de nasleep van het uitsterven van de dinosauriërs tot het glaciale hoogtepunt van het Pleistoceen; van de regenwouden van het Paleoceen en het Eoceen, met hun maki-achtige primaten, tot het ruige landschap van de Pleistocene steppen, de thuisbasis van de wolharige mammoet. Het is ook een reis door de ruimte, waarbij we de migraties volgen van zoogdiersoorten die zich op andere continenten hebben ontwikkeld en uiteindelijk samenkomen om te concurreren of samen te leven in Cenozoïcum Europa. Ten slotte is het een reis door de complexiteit van de evolutie van zoogdieren, een overzicht van de veranderingen en aanpassingen waardoor zoogdieren hebben kunnen bloeien en de dominante gewervelde landdieren op aarde zijn geworden. In nieuwstaat.
2002, Engelstalig, 313 pagina’s, paperback, 25 x 17 cm, Columbia University Press.