Dit fraai geproduceerde deel is een catalogus bij een tentoonstelling in de New York Public Library. Kastner, auteur van A Species of Eternity, introduceert elk type vogel dat wordt behandeld (roofdier, wild, waadvogel, veld en bos, zwemmer, exotisch); Gross, curator bij de bibliotheek, geeft commentaar op zowel de vogel als de kunstenaar van elke illustratie. De selecties zijn zowel van historisch als ornithologisch belang. Roofvogels waren favoriet bij de eerste kunstenaars, merkt Kastner op; de fysiologische details zijn zo nauwkeurig dat de illustratoren valkeniers moeten zijn geweest. Een tekening van de dodo van George Edwards lijkt op die van Tenniel voor Alice in Wonderland; Gross merkt op dat beide kunstenaars waarschijnlijk werkten vanuit hetzelfde olieverfschilderij van een levende dodo. Er zijn schetsen van paradijsvogels zonder poten; de eerste exemplaren die in de 17e eeuw in Europa aankwamen, waren op die manier gemonteerd en hielden de wetenschappelijke gemeenschap jarenlang voor de gek. Amerikaanse kunstenaars zijn goed vertegenwoordigd: Mark Catesby, Titiaan Peale, Alexander Wilson, J.J. Audubon.
1988, Engelstalig, 127 pagina’s, hardback met stofomslag, tweedehands, kaft lichte roestvorming, naam voorin, 28 x 23 cm, Peterson e.a.