Er gaat iets mis met onze omgeving’, schrijft John Terborgh, ‘zelfs de delen ervan die nominaal beschermd zijn. Als we wachten tot alle antwoorden binnen zijn, kunnen we ons in een veel ergere situatie bevinden dan wanneer we het probleem eerder hadden opgemerkt. Door te wachten loopt men het risico te laat te zijn; aan de andere kant kan er niet zoiets zijn als te vroeg zijn.” De waarschuwingen van Terborgh zijn essentiële lectuur voor iedereen die om trekvogels en onze natuurlijke omgeving geeft. Waarom verdwijnen tropische migrerende soorten uit onze bossen? Kunnen we de overgebleven vogels redden? Terborgh bekijkt trekvogels uitgebreider dan gebruikelijk — door te vragen hoe ze hun leven doorbrengen tijdens het halfjaar dat ze in de tropen verblijven. Door slecht geplande stedelijke en voorstedelijke ontwikkeling in de Verenigde Staten en de tropische ontbossing van Midden- en Zuid-Amerika onder de loep te nemen, vat hij onze kennis samen van de subtiele combinatie van omstandigheden die onze vogelpopulaties verwoest. Dit werk is doordrongen van Terborgh’s liefde voor de lijsters, grasmussen, koekoeken, vliegenvangers en tangara’s die het bosareaal van zijn familie bewoonden terwijl hij opgroeide vogels die daar niet meer leven, ondanks het behoud van diezelfde bossen als onderdeel van een provinciepark. Het boek is een rondleiding langs uiteenlopende onderwerpen als ecologische monitoring, de benarde situatie van de Chesapeake-wetlands, de overlevingsstrijd van Midden-Amerikaanse zelfvoorzienende boeren en het beheer van commerciële bossen. In zeer goede staat.
1989, Engelstalig, 207 pagina’s, hardback met stofomslag, 24 x 16 cm, Princeton University Press.