Wilde vogels worden om uiteenlopende redenen en met een verbijsterende reeks methoden geteld. Gedetailleerde beschrijvingen van de gebruikte technieken en de gehanteerde grondgedachten zijn echter verspreid in de literatuur, en de nieuwkomer in het vogeltellingswerk of de ervaren vogelteller die op zoek is naar een breder beeld, kan moeite hebben om grip te krijgen op het onderwerp als een geheel. Hoewel het geen doel op zich is, is numeriek en verdelingswerk een fundamenteel onderdeel van veel wetenschappelijke en natuurbeschermingsstudies, en een waarin de toepassing van bepaalde normen van vitaal belang is om de resultaten niet te vervormen of op een misleidende manier toe te passen. Dit boek geeft een beknopt overzicht van de verschillende censustechnieken en de kansen en valkuilen die elk met zich meebrengt. De gebruikelijke methoden worden in detail beschreven en geïllustreerd aan de hand van een overvloed aan diagrammen met voorbeelden van feitelijke en theoretische volkstellingen. Iedereen die een vogeltelling moet plannen, moet in staat zijn om de methode te kiezen die het meest geschikt is voor het betreffende onderzoek en deze zo goed mogelijk toe te passen binnen de grenzen die eraan inherent zijn en de beperkingen van het specifieke onderzoek. De Royal Society for the Protection of Birds en de British Trust for Ornithology zijn al vele jaren pioniers in de samenwerking van amateurs en professionals in verschillende censusstudies. Drie leden van hun staf, elk met uitgebreide veldervaring, bundelen nu de kennis van deze onderzoeken om de basis te leggen voor degelijk censuswerk in de komende jaren. In zeer goede staat.
1992, Engelstalig, 257 pagina’s, hardback, 25 x 17 cm, Academic Press.